Neurologie van het Gezicht
Als onderdeel van de Master Scientific Illustration schreef ik een scriptie over gezichtsuitdrukkingen. Het laatste deel van de scriptie ging over de neurologie van het gezicht. Hiervoor begon ik met het illustreren van de anatomie van de belangrijkste zenuw die gezichtsuitdrukkingen mogelijk maakt: de aangezichtszenuw (nervus facialis). Ik wilde ook enkele voorbeelden laten zien van stoornissen in de gezichtsneurologie vanwege een aangetaste aangezichtszenuw, door een overzicht te geven van drie neurologische aandoeningen van het gezicht in een infographic.
Nadat ik de anatomie van de aangezichtszenuw had geïllustreerd, wilde ik een aantal neurologische aandoeningen laten zien die van invloed zijn op de gezichtsuitdrukking: centrale verlamming, perifere verlamming en hemifaciale spasmen.
De infographic toont het verschil tussen de aandoeningen door te laten zien waar en wat er gebeurt in de anatomie van het motorische circuit. Als iemands gezichtshelft volledig verlamd is, heb je te maken met een perifere verlamming. Als er nog beweging mogelijk is in het voorhoofd en rond het oog, heb je te maken met een centrale verlamming. Hemifaciale spasmen zijn spasmen die meestal beginnen in het onderste ooglid en zich uiteindelijk verspreiden over de hele gezichtshelft.
Bij een centrale verlamming is de laesie ergens boven de gezichtsmotorische nucleus gelokaliseerd. De laesie veroorzaakt een verlamming van de contralaterale zijde van het gezicht. Er is nog wel beweging mogelijk in het voorhoofd en rond het oog.
Bij een perifere verlamming is de laesie ergens onder de gezichtsmotorische nucleus gelokaliseerd. De laesie veroorzaakt een verlamming van de gehele helft van de aangetaste (ipsilaterale) zijde van het gezicht.
Hemifaciale spasmen worden gekenmerkt door onregelmatige, onwillekeurige spiercontracties (spasmen) in één helft (hemi) van het gezicht. Deze spasmen worden veroorzaakt door de compressie van de aangezichtszenuw wanneer deze uit de hersenstam komt.